Ik schrok op uit ons gesprek. Mijn telefoon trilde en gelijk realiseerde ik me dat ik te laat was. Helemaal de tijd vergeten! Het was iets over drie uur en ik hoorde als reisleidster aanwezig te zijn in de bus om naar het vliegveld te gaan. De deelnemers van mijn groep gingen terug naar Nederland en ik zou in Ierland blijven om de komende week een tweede groep te gaan begeleiden.
Het was niet de eerste keer die dag, dat ik de tijd nam om contact te maken met de persoon voor me. Ik was in het Ulster Folk park. Een prachtig openluchtmuseum in Belfast dat een inkijkje biedt in het leven van ruim honderd jaar geleden, waar een aantal beroepen uitgebeeld worden. Ik had al gesprekken gehad met de drukker, de wever en de bakker. Ik dook nog even een straatje in om te zien wat daar te zien was. Er was een winkeltje met kleding uit begin 1900. Vooral de japon sprak me aan en alle mooie stoffen waarvan de kleding in de vitrine gemaakt was: geweven wol, linnen en katoen.

Hij verwelkomde me met: “Waarmee kan ik jou van dienst zijn?“. Ik had nog een half uur voordat de bus vertrok en begon een geanimeerd gesprek met de ‘arts’. Over de pijn in mijn beenspieren en dat ik die als fysio niet kon plaatsen. Wel als ik het in een holistisch kader plaats, gezien mijn activiteitenniveau en het plotselinge overlijden van mijn vader. Ik vertelde van mijn visie op gezondheid en dat we in een ziekmakende maatschappij leven. Niet gebaseerd op veranderen van leefstijl, maar op het onderdrukken van de klacht door het verstrekken van medicatie. Ik gaf hem een compliment om zijn open houding gedurende zijn rol. Dat goed luisteren naar mensen al een heel groot stuk van de heling kon bewerkstelligen. Dat je daarvoor niet eens arts hoeft te zijn en dat het best kon zijn dat hij met zijn fijne open en geïnteresseerde houding, best mensen zou kunnen genezen. Hij was ook verrast door mijn ‘zijn’ en het werk dat ik deed en gedaan had. En ik denk dat we nog uren hadden kunnen doorpraten, als mijn telefoon niet was gaan trillen.
Aandacht, écht aanwezig zijn bij de ander, is iets magisch. De tijd verdwijnt en de maskers vallen af. Aandachtgeven is leeftijdloos en sekse speelt geen rol. Het kan met iedereen als je er allebei voor open staat. Deze aandacht, dit zijn, is zó voedend voor ons, zó nodig en ik realiseer me dat de hele wereld hier tekort aan heeft.
Twee voorbeelden. Net bij het ontbijtbuffet in het hotel, zag ik twee jonge meiden tegenover elkaar zitten. De één op haar telefoon, de ander staarde een beetje om zich heen om dan ook haar telefoon maar te pakken.
Mijn tante woont in haar niet zelfgekozen appartement, met niet zelfgekozen medebewoners en verplegend personeel in een 24-uur zorginstelling. Er is weinig tijd is voor echte aandacht, omdat er simpelweg te weinig personeel rondloopt. Dat levert bij haar heel veel frustratie op.
Aandacht is altijd afgestemd op de behoefte van die ander en van jou. Het is wederkerig en gaat in flow. Het raakt op hart niveau. Wat is dan de reden dat we zo weinig aandacht hebben of geven?
Het kan zijn dat we in het verleden gekwetst zijn geweest door een ander en dat je je uit zelfbescherming emotioneel afsluit. Ik kan me dat ook nog goed herinneren van mijn vader. Hij was er niet als ik hém nodig had en in die zeldzame keren dat hij een golf van affectie naar mij voelde, was dat mij te veel sentiment in één keer en niet afgestemd. “Ja ja, het zal wel, maar ik geloof je niet, Pa.“. Het kwam niet van twee kanten en dan stroomt de liefde niet. Veel later zag ik zijn onvermogen en hadden we momenten van samen in stilte werken in de tuin. Er waren mooie app-conversaties, waarin we elkaar wél begrepen en ook nu, na zijn dood laat hij regelmatig weten dat hij er nog is. Er is nog steeds wederkerige aandacht en ik wil graag twee voorvallen met jullie delen.
Een aantal weken geleden beluisterde ik vlak voor ik naar bed ging, het mooie nummer ‘Maison’ van Emilio Piano met Lucie. Ik zette daarna mijn telefoon in de vliegtuigstand en probeerde te gaan slapen. Verdriet om het verlies van mijn Pa overviel me en de tranen kwamen uit mijn tenen en ik liet ze gaan.
Ineens ging mijn telefoon hetzelfde nummer ‘Maison’ spelen en ik was blij verrast en werd tegelijkertijd nog verdrietiger omdat ik dat zag als een teken van mijn vader.
Een tweede voorval deed zich voor een paar dagen geleden in Belfast. Ik nam een vergeetachtig dame onder mijn hoede, die een beetje uit de groep viel. Ze had trek en spontaan stapten we binnen in bar en restaurant ‘Maggie’s’. De bijnaam van mijn zus is Maggie, maar dat realiseerde ik me pas later.
Ik ging naar de wc in het ouderwets ingerichte restaurant en passeerde een aantal boekenkasten met antieke boeken. Dichterbij herkende ik één boek, Allain Quatermain, dat ik ook ooit had gekocht van de schrijver Rider Haggard. Door het opruimen na mijn scheiding, heb ik ook dit boek naar de kringloop gebracht. Deze schrijver had mijn vader me in mijn tienerjaren aangeraden. “Dat vind jij vast mooie boeken. Magisch realistisch, avontuurlijk en het gaat altijd over een interessant stuk geschiedenis. Wilbur Smith is door deze schrijver geïnspireerd om zijn eigen boeken te gaan schrijven.“. Pa had gelijk. Ik ben al zijn boeken gaan sparen, Engelse en Nederlandse, en ik heb ze zonder uitzondering allemaal verslonden.
Het zien van dit ene boek raakte me en toen mijn tafeldame mijn tranen zag en ik vertelde van het boek in de kast en de link naar mijn vader, begon ze zelf ook te huilen en haar verhaal te vertellen. Over haar vader die haar moeder ontrouw was en er een minnares op na gehouden had. Over dat haar vader altijd had gezegd dat mannen niet te vertrouwen waren en dat die woorden nog altijd nagalmden in haar hoofd. Dat ze met de eerste de beste betrouwbare man was getrouwd en daar nog steeds mee samen was. Toen ik gisteren afscheid nam met een knuffel, wist ik dat ze een fijne reis had gehad, waarin ze zich gezien en gehoord heeft gevoeld.

De schoonheid van deze momenten heeft te maken met aandacht krijgen en geven van twee kanten. Je moet er allebei open voor staan. Dan kunnen er magische dingen gebeuren die vermenigvuldigd worden qua intensiteit. Deze momenten maken het leven waard. Ze zijn verbindend, voedend en helend. Niet wat we hebben gekocht of wat we hebben bereikt, telt aan het eind van ons leven, maar die schijnbaar onbelangrijke momenten die zó voorbij kunnen zijn als we afgeleid worden. Terwijl ze zo waardevol kunnen zijn als we erbij stil kunnen staan. Vaak laten we een juweel van een kans liggen. Ik noem dat ook wel ‘het drama van de gemiste kansen’. Zoveel ouders, kinderen, vrienden, vreemden laten die kansen aan zich voorbijgaan. Ik wilde gisteren ook niet ‘alles’ zien van het park, maar gaan voor wat zich aan zou dienen.
Want die afleiding zorgt er vaak voor dat we niet in het nu zijn. Je zit met je aandacht bij je telefoon en je bent je niet bewust van de wereld om je heen. Je kijkt werktuigelijk het nieuws of TV, omdat je dat gewend bent. Vaak werkt het verslavend en wil je nog meer nieuwtjes of filmpjes kijken. Je bent geen baas meer over je telefoon of TV, maar de telefoon en TV hebben jou in hun macht. Deze afleiding zorgt ervoor dat je niet hoeft te voelen, je wordt geleefd en hoeft geen verantwoording af te leggen. Ongemerkt ben je plots oud geworden, zonder dat je hebt kunnen doen wat je eigenlijk wilde. Werk, relatie, gezin, sport, vakanties, rijgen zich als kralen aan een ketting om je hals. Je leeft je leven omdat iedereen dat doet. En dat is prima als je daarvoor kiest; als dit het leven is dat jij wilt. Als dat niet zo is, zorg dat je jezelf niet afleidt, zoek de stilte op, ga voelen en geef aandacht aan jezelf, want dáár begint het leven. Bij jezelf.