Bridget is alleen en pakt uit een doos, dierbare herinneringen aan haar partner Mr. Darcy uit. Hij is vier jaar terug omgekomen bij een aanslag en Bridget voedt nu hun twee jonge kinderen alleen op. Het is één van de momenten uit de laatste film ‘Mad about the boy’ die me raken. Haar verdriet is tastbaar, het verdriet van Suzanne naast me ook én mijn eigen verdriet is ook getriggerd. We hadden zin in een leuke vrouwenfilm en kwamen uit bij deze film die ons allebei spiegelt. De partner van Suzanne, Ajoub, is vier jaar geleden binnen vijf weken overleden aan een turbokanker die zijn lijf en hun leven overhoop haalde. Ze woont alleen met haar jongste tienerzoon. De oudste zoon woont vaak bij zijn vriendin en Suzanne neemt weinig ruimte om zijn overlijden te verwerken, omdat haar zoons daar moeite mee hebben. Tot ik op de proppen kwam op de verjaardag van mijn oudste vriendin. Ik vertelde haar van mijn klussen die ik her en der verricht. Van schoonmaken, opruimen, herstellen en mooi maken tot aan het hout hakken en onkruid trekken toe. Ze leek opgelucht en vroeg: “Zou je dat bij mij thuis ook willen doen?“
En wat in eerste instantie een gewone klus lijkt, wordt ook altijd een mentaal project.
Opruimen is niet alleen fysiek werk. Ik heb het makkelijk omdat ik geen emotionele lading voel bij wat ik doe, maar dat geldt niet voor de ander. In het geval van Suzanne geeft het ruimte om eindelijk bezig te zijn met wat ze heeft uitgesteld: rouwen om haar grote verlies.

Het is niet dat Suzanne het niet zónder mij zou kunnen. Ze is een flinke aanpakker, maar weet niet waar ze moest beginnen. Ik help bij het starten, zodat een gestold proces weer vloeibaar kan worden en in beweging komt. Gestold verdriet wordt dan ook weer vloeibaar en zo zaten we naast elkaar te huilen in de bios.
Het is nog niet klaar. Haar huis wordt te groot voor haar zoon en haarzelf. De volgende stap is bedenken wat zij zelf zou willen met haar leven. Waar, met wie en in welk land. Het voelt een eer om in dit proces een klein beetje mee te helpen.
Ik had me dit niet zo bedacht toen ik naar Nederland terugkwam. Ik sliep bij een vriendin in Almere en vroeg haar of ik kon helpen met de overvolle logeerkamer, de schuur en het opknappen van haar huiskamer. Heel vanzelf. Toen ik op een ochtend wakker werd van gerommel in de gang en zag dat haar zoon zijn eigen kamer aan het opruimen was, realiseerde ik me dat ik processen op gang kan brengen. Dat ik met mijn actieve energie net dát zetje kon geven, waardoor het in dit gezin ook weer ging stromen. Na de begrafenis van mijn Pa, ging ik weer wonen in mijn camper in het bos en Syl helpen met 1001 klusjes. De oproep die ik deed in diverse groepen om bij mensen te klussen of ze te helpen opruimen, gaf mijn werkzaamheden een enorme boost. Eigenlijk realiseer ik me dat ik dit al doe vanaf mijn tienertijd. Eerst op de kampeerboerderij waar ik toiletgebouwen boende, de keuken uitmestte, het oudijzer liet ophalen, al het gereedschap bij elkaar zocht en daar één plek voor regelde, het houtwerk in de carboleum zette en in de avond me zo moe en tevreden voelde. In de dertig jaar dat ik naar India ga, hielp ik op school en ook in Spanje ruimde ik op bij diverse mensen. Zeker als me de vrije hand gegeven wordt, er vertrouwen is en ik me gewaardeerd voel.
Vanwaar komt die behoefte om op te ruimen, schoon te maken en te ordenen?

Ik kan mezelf psychologiseren en de reden bedenken dat opruimen bij een ander betekent, dat ik die processen kan beïnvloeden en kan controleren in tegenstelling tot processen in mezelf of in mijn familie waar ik geen invloed op heb. Het opruimen zelf treft mij niet persoonlijk, al ben ik er wel met mijn hart en aandacht bij en vind ik ook leuk wat ik doe. Maar aan het einde van de dag trek ik een figuurlijke deur dicht en ga terug naar mijn eigen kleine huisje in het bos.
Doorgaand op het stukje controle, kan dat ook een ongelijkheid inhouden. Ik weet het en de ander niet. Ik kan het en de ander niet. Ik heb de energie ervoor en de ander niet. De opdrachtgever heeft een duidelijke hulpvraag. Aan mij of ik mezelf die klus zie klaren of niet. Ik ben in ‘the lead’.
Toen ik nog in Almere woonde deed ik thuis diverse opruimklussen in de schuur, nam ik diverse kasten onder handen, veranderde ik dikwijls de opstelling van de meubels, deed de tuin- en verfklussen en hielp mijn zoons met hun kamers. Nu ik niet meer ‘thuis’ woon, heb ik dit ook los te laten en dat valt niet mee. Op mijn familie heb ik maar beperkte invloed. Laat staan dat ze meestal ook geen hulpvraag hebben. Als dat wel zo is, kan ik helpen, zo niet dat is het aan mij om ze te laten. Ze hebben hun eigen leven en hun eigen pad te wandelen. Betrokken ben ik wel. In de vorm van mijn aandacht en mijn onvoorwaardelijke liefde.
Een andere reden om te klussen en op te ruimen is, dat ik helpen ook echt leuk vindt, als die hulp gewenst en beloond wordt. Hij komt aan en er komt ook energie terug. Er is sprake van wederkerigheid. Helpen is leuk als de ander daar echt blij mee is. Ik denk dat dat ook reden is geweest, dat ik ruim dertig jaar in de zorg heb gezeten en dat ik wekelijks bij mijn tante ben. Ofwel er is waardering in woorden of non-verbaal, ofwel is er een financiële vergoeding.
Helpen is ook fijn om mijn fysieke energie kwijt te kunnen. In het Human Design ben ik een Manifesting Generator en zet ik graag iets neer. Elke dag heb ik een hoeveelheid energie waarvan ik het fijn vind dat ik die kan inzetten. Bij te weinig beweging voel ik aan het einde van de dag een soort kriebel in mijn spieren, die ik herken uit de tijd dat ik als atleet een rustdag had.
Ik vind het bezig zijn als opruimcoach een waardevolle en verrassende aanvulling op mijn kluswerk. Nooit gedacht dat ik hiermee een flink deel van mijn geld kon verdienen. Een uitnodiging voor jou om ‘out of the box’ te denken en te onderzoeken hoe dat bij jou is. Wellicht heb ook jij verborgen talenten die je ten gelde kan maken.