Onze huisarts begeleidde de bevallingen en heeft mij, mijn zus en oudste broertje ter wereld geholpen.
In 1958 beviel nog 78% van alle moeders thuis. In 1991 was dat nog maar 31% en de afgelopen jaren is dat percentage gedaald naar 13%.
De moeders werden begeleid door de huisartsen, door familie en door vroedvrouwen (de latere verloskundigen). Ze bevielen in hun eigen vertrouwde omgeving: konden wat ‘tutten’ in huis, in hun eigen bed gaan liggen, ze konden onder de douche of in bad en ongegeneerd geluid maken.
De gemiddelde leeftijd waarop een vrouw voor de eerste keer beviel was in 1973 rond de 24 jaar, in 2023 was dat rond de 30. De vrouwen die in de jaren zestig trouwden, werden ontslagen, zodat ze zich op het moederschap konden voorbereiden. Dat de leeftijd waarop vrouwen nu hun eerste kind krijgen stijgt, kan te maken hebben met dat we als vrouw gewend zijn geraakt om ons leven meer te plannen en te controleren. We hoeven niet meer gelijk zwanger te worden als we vrijen en we willen ook graag eerst iets van een carrière hebben opgebouwd voordat we zwanger worden.
Veel delen met andere vrouwen
Voordat we ‘en masse’ als vrouwen gingen werken, deden vrouwen veel meer een beroep op elkaar. Je gaf elkaar raad bij kinderziekten, hielp elkaar praktisch met de kinderen door op te passen, je wisselde kleren en spullen uit, je praatte met elkaar als het moeilijk was en de kinderen konden samen spelen. Ook daarin is de tijd nu veranderd. We zijn parttime tot fulltime gaan werken, besteden onze kinderen uit aan de kinderopvang, een oppasmoeder of aan de oppasopa en -oma. Onze kinderen moeten de mooiste kleren aan, de mooiste meubeltjes (liefst nieuw) hebben en op de leukste clubjes zitten om geen talent te missen. Tijd voor de kinderen om te ‘vermorsen’, te mijmeren of voor zich uit te staren is er bijna niet meer. Ons leven is voor een heel groot deel controleerbaar en maakbaar geworden. Wijzelf willen ons leven bepalen en raken gefrustreerd als dat niet lukt.
Gemedicaliseerd
In geval van nood is het een groot goed dát we naar het ziekenhuis kunnen. Dan wordt de paramedische begeleiding van de verloskundige, overgedragen aan de medische begeleiding van een gynaecoloog. Hoe mooi zou het zijn als die samenwerking wederkerig zou zijn en elkaar zou gaan ondersteunen, complementair aan elkaar?
Zwanger zijn is de laatste decennia tot een ‘aandoening’ verworden, als een gebeurtenis die mis kan gaan en waarvoor je medische maatregelen moet treffen. Dat houdt in dat al tijdens de zwangerschap maatregelen getroffen moeten worden om moeder en ongeboren kind te beschermen voor aandoeningen die mógelijk zouden kunnen plaatsvinden. Dit gebeurt met vaccinaties, echo’s, controles van bijvoorbeeld bloeddruk, bloed, urine, erfelijke aandoeningen en hoofdomvang. Deze controles kunnen de ouders het gevoel geven dat ze zelf geen invloed meer hebben op de zwangerschap, ze kunnen het vertrouwen in hun eigen lijf gaan verliezen en volledig gaan vertrouwen op de medische begeleiding. Ook de verboden aan de moeder liegen er niet om: niet roken, drinken, drugs gebruiken, zwaar tillen, rauwmelkse kazen eten, rauw vlees…. Potentiële moeders kunnen hierdoor ook flink onzeker worden en mocht er iets met kun kindje gebeuren, de schuld op zichzelf laden.
Als de moeder de uitgerekende datum nadert, gebeurt het steeds vaker dat ze ingeleid wordt in het ziekenhuis. Dat houdt in dat ze aan de weeënopwekkers wordt gelegd en dat daardoor de bevalling begint. Normaal gesproken begint de bevalling met het ‘breken’ van de vliezen (dan lekt er vruchtwater), met het verlies van de slijmprop of met weeën in rug, buik en/of benen.
In het ziekenhuis kunnen vrouwen ook pijnstilling krijgen in de vorm van een pompje waarop ze kunnen drukken als de pijn te heftig wordt. In de VS krijgen sommige vrouwen zelfs een ruggenprik waardoor ze helemaal geen pijn meer voelen. Nadeel hiervan is dat ze ook niet meer mee kunnen persen als het kindje geboren moet worden. Door het niet mee kunnen persen, komen er vaak extra ingrepen bij kijken, als bijvoorbeeld een vacuümpompverlossing of een knip zetten.
Natuurlijk bevallen
Hoe kunnen we weer teruggaan naar het natuurlijke geboorteproces en hoe kunnen we elkaar daarin gaan begeleiden?
Bewustwording
In eerste instantie kan het zinvol zijn om nog vóór de conceptie, na te vragen hoe je eigen geboorte is verlopen en of er omstandigheden waren die ervoor gezorgd hebben dat je ouders het zwaar hadden rondom de conceptie en de zwangerschap van jou. Daarna volgt dat je bewust wordt dat je zelf een kind op de wereld zet, dat beïnvloedt kan worden door wat jij hebt meegemaakt. Vaak geven we onbewust patronen door aan onze kinderen.
Veilige setting
Een vrouw heeft zich over te geven aan het baringsproces. Ze moet alles om haar heen los kunnen laten. In zichzelf keren om samen met haar kind door het geboortekanaal te gaan naar de letterlijk koude wereld die daarbuiten wacht. Ik heb me gedurende mijn zwangerschappen nog nooit zó samen gevoeld met een ander mens, dan met het kind in mijn buik. Met mijn tweede zoon doorleefde ik in de zwangerschap ook een tijd, die intens zwaar was. Dat had ik hem graag willen besparen, maar daardoor voel ik ook een heel bijzondere connectie met hem. Wat je ook ziet bij mensen die samen iets ergs hebben overleefd. Er was geen veiligheid toen en ik had moeite om me over te geven. De partner hoort die veiligheid te borgen. Hij hoort de onveiligheid buiten te houden. Er zijn voorbeelden dat vrouwen aan het baren waren in oorlogssituaties en dat de weeën stopten, totdat ze zich weer veilig genoeg voelden om verder te gaan.
Je eigen huis, je eigen bad of douche, je eigen bed, je eigen geur, je eigen sfeer, geven die veiligheid. Zelf kunnen bewegen in je huis zoals je voelt dat goed is, rondlopen in de kleding die dan bij je past, ook al is het een oud T-shirt. Zittend op de wc (je darmen ‘moeten’ leeg) of op een grote bal die fijne tegendruk geeft. Je partner of vriendin die bij je is, kan je rug masseren bij rugweeën. Je kunt samen door de pijn ademen of er geluid bij maken (auw, auw, auw, auw). Het is heel fijn om gebruik te maken van warmte. Warmte van een kruik, van het water van de douche of het bad en zelfs een warme doek als je mag persen tegen je bekkenbodem aan verzacht en geeft richting.
Geboren worden
In de lessen van de zwangerschapsgym, zat ook een filmpje bij van een onderwaterbevalling. Dat maakte heel veel indruk. De warmte van het water werkte ontspannend bij de moeder en verzachtend bij het persen. Je zag het baby’tje geboren worden en nog een tijdje onder water blijven. De navelstreng klopt nog door onder water, omdat die pas door de kou gaan samentrekken en minder zuurstof door gaat geven. Het warme water zorgt voor een heel mooie overgang van de warmte van het moederlijf, naar de kou daarbuiten. Heel zachtjes pakte de moeder het kindje vast en begeleidde het naar boven toe. Het nam een teug lucht waardoor het zelf verder ging ademen en minder afhankelijk werd van het bloed van de navelstreng. Het baby’tje huilde niet en keek heel rustig naar de moeder.

Lotus bevalling
De navelstreng blijft heel belangrijk. In het ziekenhuis en ook vaak bij thuisbevallingen, wordt deze vaak doorgeknipt als het kindje geboren is en goed ademt. Door de koud buiten de moeder en het gemis van haar warme lijf, hartslag en stem, schrikt een kind vaak en begint te huilen.
Bij een groeiende groep baby’tjes, blijft de navelstreng zitten tot deze is uitgeklopt. Vaak is dan ook de placenta al geboren. Op deze manier krijgt het kind zoveel mogelijk bloed mee uit de placenta. Dit wordt de halve lotusbevalling genoemd.
De navelstreng en de placenta aan het kind laten hangen totdat deze er vanzelf afvalt, is de andere variant. Dit heet de hele lotusbevalling. Voordelen kunnen zijn dat er meer bloed van de placenta naar het kind kan, waardoor er meer ijzer en stamcellen vervoerd worden. Ook is de overgang van zuurstof krijgen vanuit de navelstreng naar het zelfstandig gaan ademen met de longen, vloeiender. Zeker bij kindjes die in het begin moeite hebben met ademen, kan deze zuurstof net de brug vormen.
Vaccinaties
Amerika spant de kroon met een enorme hoeveelheid aan vaccinaties in de vroege jeugd. Ook in Nederland vaccineren we al tijdens de zwangerschap. Ik ga geen adviezen geven, behalve dat ik je aanraad om hier goed onderzoek naar te doen en de voor- en nadelen goed af te wegen. We hebben niet voor niets een eigen afweersysteem, dat erop gebouwd is om ons te doen overleven.
Ik zag drie jaar geleden Healing Inns voor me, waar mensen in de nabije toekomst ‘natuurlijk kunnen bevallen’ en ook ‘natuurlijk kunnen sterven’. Ik hoop dat we dit met een grote groep mensen gaan manifesteren door ze gaan bouwen. Het lijkt me voor iedereen goed om op deze manier het leven te beginnen en te eindigen. En daarmee aan een stuk heling te kunnen werken die doorwerkt op meerdere lagen in familiesystemen, communities en uiteindelijk ook mondiaal.