Blog 43: Pa’s erfenis

Papaaaaaki” schreeuwt mijn jongste broer met zijn rug naar ons toe en zijn armen gespreid. 
Als laatste spreker staat hij op het podium en laat hij zijn frustraties, boosheid en verdriet zien. Zijn dochter van elf loopt naar hem toe en gaat rechts van hem staan. Mijn broer weeft zijn vingers door haar lange haar terwijl hij zijn gevoelens uitspreekt. Gevoelens van klem zitten tussen twee ouders die aan het scheiden zijn. Staande in een eenzame spagaat die hij heeft moeten verduren als jonge puber, omdat de andere drie kinderen (één broer en twee zussen) al het huis uit waren. Mijn vader die hem niet kende en zei “Ik heb niets met hem“, terwijl hij zich wél verbond met Christelijke families en de kinderen in die gezinnen. (Uit die gezinnen kon hij altijd weer vertrekken als het hem niet beviel. Je kinderen blijven altijd je kinderen. Daar kon hij zich niet meer van losmaken. Het was jarenlang heel moeilijk voor hem om écht contact met ons te maken, omdat steeds het gevoel van gefaald te hebben als vader in onze jeugd, ertussen zat). Mijn broer vertelt over onze vader die zulk tegenstrijdig gedrag kon vertonen. Aan de ene kant zo sentimenteel liefdevol naar zijn geelkuif kaketoe toe (ooit eigendom van een bevriende dominee) terwijl diezelfde vogel bij ongewenst gedrag met een houten pollepel op zijn kop werd gemept. Onze knappe vader die zo charmant kon zijn naar vrouwen toe, maar zijn eigen opgroeiende dochters niet zag staan.
Ik hoor mijn broer zich excuseren bij mijn oudste broer. Dat hij voor zijn eigen heling ook de andere kant van onze vader moet belichten. Een kant die destructief was naar zichzelf en de mensen het dichtst bij hem. Hij huilt en zijn emoties raken veel andere aanwezigen, omdat ze zo herkenbaar zijn. De erfenis van onze vader.

vader Annemarijn

Tweeduizend kilometer tranen

In mijn autorit van Spanje naar Nederland heb ik de meeste tijd gehuild. Gehuild om het plotselinge verlies te kunnen verwerken. Ik kán huilen. Ik kan mijn eigen pijn voelen van het gemis van mijn bijzondere vader, die niet bij machte was om er voor mij te zijn. Hij was depressief in mijn pubertijd; zat in de huiskamer met de gordijnen dicht om de wereld buiten te sluiten. Uit school komend pakte ik mijn kopje thee en twee biscuitjes en sloop naar mijn zolderkamer. Ik zou het thuis nog volhouden totdat ik klaar was met de Havo. Daarna zou ik mijn eigen leven gaan beginnen in Amsterdam, zonder de ruzies die mij niet aangingen en waarvan ik wegrende. Mijn zus moest het daarbij vaak ontgelden. Is ook wel geslagen door mijn vader als ze het weer eens te bont maakte met haar pubergedrag. Ze wilde op zondagmiddag uit dansen in Terborg en liep vanaf vrijdagmiddag op haar tenen in de hoop dat ze dan eventjes ‘uit’ zou mogen. Mijn zus vertrok dan stilletjes met haar lange geblondeerde haren getoupeerd en onder de haarlak. Haar knappe gezicht zwaar opgemaakt met foundation, eyeliner en mascara. Haar mooie lijf net even te sexy gekleed om goedkeuring te krijgen van onze vader. “Van wie heeft ze dat toch?* verzuchtte hij vaak. Als echte puber nam ze de kleding mee, om zich dan in het toilet van de disco alsnog daarin om te kleden. 

Tweeduizend kilometer tranen

 
Onderweg in de camper in de nacht, leunend met mijn onderarmen op het stuur, eindeloos het asfalt onder me door verdwijnend. Ik luister naar de afspeellijst die mijn oudste zoon naar me opstuurde met de woorden: “Dit lijstje nu aan het luisteren. Denk dat de nummers je ook wel aanspreken en troost zullen geven.“.

Bij ‘Your blue room’, van de groep Passengers, blijf ik duizenden kilometers hangen. De melodie leent zich uitstekend om het woord “Papa” mee te zingen. Eerst klein en verdrietig, maar later in de voorbijgaande kilometers schreeuw ik “Papaaa” door mijn veilige cabine. In dat ene woord kan ik zoveel gevoel kwijt. Ik klop op mijn borst “Zie mij!” Ik klop op het dashboard alsof het de kist is, waar mijn vader in ligt “Wordt verdomme wakker en luister naar mij!” “Waarom was je er niet?” “Waarom kwam je nooit naar me toe op zolder.” “Waarom zei je nooit dat je trots op me was?” “Waarom beschermde je me niet, toen er een veel oudere man verliefd op me werd? Ik was nog maar vijftien!!!” “PAPAAAAAAAAA!
Duizend kilometer verder kwam er verzachting. Ik stond niet meer boven je, maar pakte in gedachten een stoel en ging naast je zitten. Eén hand op jou en één op mijn hart. Meeschreeuwend op de uithaal in het lied dat ook huilend te zingen is. Papaaaaaa! Pijn, volwassen pijn, pijn om het verlies van een vader die uiteindelijk náást me stond. Ik kon de laatste jaren boos zijn op hem waar hij bij was. Uitleggen wat me boos maakte. Wat hij in me raakte met zijn tactloosheid en gebrek aan afstemming. Hij werd dan stil en trok zich emotioneel terug. Hij had tijd nodig om mijn woorden een plek te geven, ze te herkauwen tot hij ze begreep en bij me terugkwam. Zijn antwoord: “Je hebt gelijk, dat had ik anders moeten doen” gaf zoveel ruimte. Welk kind wil dat nou niet? Dat wil toch uiteindelijk erkend, gezien, gehoord en gewaardeerd worden? “Papa, can you see me, Papa can you hear me?” Zong Barbra Streisand in de film ‘Yentl’. Een lied dat vaak langskomt bij me.

Pa, die moeilijke gevoelens het liefst uit de weg ging. Ook die van mijn scheiding tussen mijn ex en mij. Hij was erbij toen we het moeilijk hadden met elkaar. We hielden van zijn dijkhuisje in Oost-Friesland, net over de grens bij Nieuweschans, met zijn weergaloze eindeloze uitzicht over weilanden met koeien en weidevogels. Met de wisselende wolkenluchten van onze zeventiende-eeuwse Hollandse meesters erboven.
In de coronacrisis smokkelden we onszelf elke maand de grens over om met twee tassen eten een weekend bij Pa door te brengen. Mijn ex kon daar ‘zijn’ in de tuin, zittend in een tuinstoel met een boek en voor zich uit starend over het weiland, zijn hoofd leeg makend. Ik kon ‘zijn’ in het doen. Stond vroeg op om met onze witte herder het graspad te gaan lopen dat achter het lintdorp liep. Ik kon met Pa de tuin bijhouden. Appels, peren, pruimen plukken en die in een sappan verwerken. De meidoorn en buxusstruiken snoeien. Hij ruimde dan de takken op. Zwijgend naast elkaar. ‘At peace’. Elk bezoek was er weer van alles te doen. En wat ik bij hem leerde, paste ik weer toe op andere plekken op mijn reizen.
Toen de breuk verder zichtbaar werd tussen mij en mijn ex, kon Pa dat niet volgen. Hij had gehoopt dat we er wel uit zouden komen samen. Het kwijtraken van mijn ex die zo goed naar hem kon luisteren, heeft hij heel moeilijk gevonden. Ik kwam voortaan alleen langs of met andere vrienden. Ik ging in een camper wonen en trok door Europa heen of was voor langere tijd op de school in India aan ‘t werk. “Ik volg je op de voet” schreef hij in één van de laatste appjes. Hij las mijn blogs op de website van de Healing Inn. Hij was trots op me en leefde mee op mijn reizen. Een leven dat hij ook graag zo geleefd had: werkend reizen door wisselende landschappen, mensen ontmoeten, ze met allerlei klussen helpen op prachtige plekken, sporen van oude beschavingen vinden in huizen, bruggen, wegen, tempels en kerken.
Mijn laatste gesprek was in december. Via het uitwisselen van ditjes en datjes kwamen we uit op een heel persoonlijk gesprek en vroeg ik hem waarom hij nooit naar mijn zolderkamer was gekomen. “Ik ben één keer naar boven gelopen en deed je deur open. Je keek me aan en vroeg me: “Wat doe je hier?” Ik ben toen weer naar beneden gegaan.“. Mijn Pa heeft me opgezocht en ik, als boze puber, wees hem de deur. Hij heeft ‘t geprobeerd en ik kan nog de blijdschap voelen toen hij me dit vertelde.

Papaaaaaa!” In gedachten druk ik mijn handpalmen tegen elkaar voor mijn borst in ‘Namasté’ en maak ik een diepe buiging voor je.

Zijn erfenis

Niet alleen zijn genen kregen we mee, ook zijn eigen verhaal. Zijn eigen onvermogen contact te maken met zijn vader en op te komen voor zichzelf. Om zich in duidelijke woorden uit te drukken en conflicten aan te gaan. Mogelijk stonden alle autoriteiten die daarna volgden, symbool voor die vader en bleef Pa die conflicten uit de weg gaan door het contact te verbreken. Hij gaf dit onvermogen aan ons door. Ieder van ons vieren heeft geworsteld met die rugzak. Ieder van ons heeft er mee leren leven. In therapie heb ik gevoeld wat van mij was en wat van hem. Wat geef ik hem terug? En door terug te geven wat bij hem hoorde, werd de cirkel weer rond en kwam er zoveel liefde vrij. Mijn oordeel verdween, mijn boosheid verdween. Ik zag de worsteling van Pa, zijn voortdurende strijd om zich áán te passen aan een wereld waar hij niet ín paste. Lopend op de kermis in driedelig pak met de kaketoe aan een halsbandje. Keihard in de hal van een treinstation “Papaaaaki” schreeuwend. Bruin verbrand, net terug uit communistisch Cuba met een strooien hoed op en leren laarzen. Op zoek naar zijn plek in het Christelijk geloof. Uiteindelijk thuiskomend in zijn dijkhuisje in Duitsland dat altijd voor iedereen openstond en waar hij veel bezoek kreeg. Ook van ons vieren. Hij ging ons zien. Hij leerde luisteren. Zijn jongste zoon ging hij zien en waarderen als volwassen man met prachtige talenten. Zijn oudste zoon bracht een laatste vakantie met hem door met kerst. Uren pratend en zingend. Hij heeft zich los kunnen maken van een vader met wie hij symbiotisch verbonden was. Allebei met Asperger. Mijn zus begrijpt hem als geen ander met twee autistische zoons en heeft zijn laatste uren wakend naast hem doorgebracht, toegewijd en trouw, net zo koppig en trots als hij was. Pa voelde geen verwijten meer van haar kant en ze hebben elkaar leren waarderen, herkennen en liefhebben. En ik? Als oudste en als pleaser, voelde ik mezelf de laatste jaren zo veilig, dat ik alles kon laten zien: van boosheid tot kameraadschap in de tuin en in het reizen, tot de laatste knuffel en de keiharde “Ieieoe!“- schreeuw uit het raam van de auto. Je laatste armzwaai ziend in de achteruitkijkspiegel van de auto, voordat de bocht in de weg mij het uitzicht op hem ontnam. “Dag Pa.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *