Blog 39: Andalusië

Net weer aangekomen in Cómpeta. Dat blijft een spannende tocht. Mijn konen en oren hebben een kleur zoals vroeger als kind na een dag buitenspelen.  “Een gezonde kleur“, noemden we dat. Ik voel de behoefte mijn hele gestel te kalmeren en dat doe ik met normale dingen. Ik pak mijn boodschappen uit,  pas de kluskleren die ik bij de Lidl heb gekocht in Velez Málaga en bedenk me wat ik vanavond mee ga nemen naar de potluck met een groep mensen uit deze buurt. Het helpt. De eetlust komt terug, ik voel mijn hartslag dalen, ik voel de aandrang om te plassen en de spanning trekt uit mijn lijf.

Welkom in Andalusië!

Andalusië is van de zeventien gemeenschappen in Spanje, de meest zuidelijk gelegen gemeenschap. Onderverdeeld in acht provincies met elk een grote belangrijke stad. Ik ben er door tien heen gefietst, van Gerona tot aan Málaga.

Misschien wat naïef van me, maar ik had me nooit gerealiseerd dat Spanje zo’n bergachtig land was. De Pyreneeën kende ik al vanuit de tijd dat we met ons gezin naar Noord-Spanje gingen in de zomer. Maar los van een uitstapje naar Barcelona en Peníscola was ik nog niet verder geweest. Eenmaal aangekomen in Málaga wist ik dat ik deze bergen met bagage niet kon befietsen. Eén van de mensen die ik hier ontmoette waarschuwde me dat zelfs wielrenners de zeventien kilometer lange weg naar Cómpeta een verschrikking vinden en dat deze etappe opgenomen is in de ronde van Spanje. In dit deel van Spanje bevinden zich prachtige bergen waarvan de hoogste toppen inmiddels zijn besneeuwd. Het ene na het andere mooie vergezicht laat zich bewonderen. Er zijn niet veel bossen. Wel zijn er veel struikachtige planten en heel veel olijfbomen, die op dit moment overal geoogst worden door mannen die netten spreiden onder de bomen en dan met een apparaat aan de takken schudden, zodat de olijven eruit kunnen vallen. Die olijven worden dan in de buurt geperst, waarna de eigenaren een aantal liters van hun eigen olie krijgen.

Blog 39-2

In mijn vorige blogs kon je al lezen met welke mensen ik kennisgemaakt heb. Dit proces is nog steeds gaande. Er zijn veel west-Europeanen die zich hier hebben gevestigd. Op de top van een berg, in een vallei, wonend in een klein stenen huisje of in een zelf gebouwd tiny house van hout. Voor één vrouw is het een manier om zichzelf bezig te houden met altijd voortdurende grote projecten. Ze ziet het als een soort rouwverwerking na het verlies van haar enige dochter, waardoor ze zichzelf overeind houdt en een reden heeft om in de ochtend wakker te worden. Ze deelt graag van haar overvloed en nodigt vaak mensen uit om een stukje tijd en leven mee door te brengen.
Een andere vrouw woont niet ver van haar af en heeft een luxueus leven in Nederland in een kast van een huis, ingewisseld voor de rust van een klein stenen huisje met een weelderige tuin in Riogordo. Alleen toegankelijk via een twee kilometer onverhard pad waar nog geen twee auto’s elkaar kunnen passeren.

Gisteravond een bijeenkomst gehad met zeven Nederlanders en twee Duitsers. Op het Duitse stel na (dat hier al twintig jaar woont) zijn het allemaal mensen die hier pas een aantal jaar wonen. Min of meer gevlucht voor het Nederlandse klimaat en de politieke situatie, met de wens om bewuster om te gaan met de natuur, voeding, elkaar en zichzelf. Ze willen mensen uitnodigen om dat ook bij zichzelf weer te ontdekken en organiseren kleine retreats, yoga of coaching sessies.

Een zo herkenbare wens voor mij. Ook deze mensen leven een ander leven voor en hebben de stap gezet om in Spanje te gaan wonen.

Waar leef je dan van?
 

Dat is een vraag die veel gesteld wordt. Een aantal mensen heeft de woning in Nederland goed kunnen verkopen en daarvoor een minder dure woning terug kunnen kopen, zonder dat er nog een hypotheek op zit. Afhankelijk van de streek waarin je zoekt en de staat van het huis, kun je vanaf vijftigduizend euro iets kopen. Voor het laagste bedrag heb je een klein stenen huisje dat nog verbouwd moet worden en een stukje grond met vaak olijfbomen erop. Voor drie ton of meer koop je een boerderij (finca) die opgeknapt is met een zwembad. De huizen zijn van binnen in ‘Ibiza style’ ingericht. Volledig wit geschilderd met hier en daar een grote steen of stuk balk in originele kleur, houten meubels, biezen matten, lampen van natuurlijk materiaal en handdoeken, gordijnen, plaids in dezelfde stijl. Je zult er niet snel een zwervend stuk felgekleurd plastic speelgoed aantreffen.
De meeste mensen hebben nog een soort van inkomen in de vorm van pensioen, massages geven, yogales, coaching, klussen of renoveren, en inkomsten uit verhuur van een B&B of kleine retraites. Het leven is over het algemeen een stuk goedkoper, afhankelijk van je eigen behoeftes.

Blog 39-1
Wifi, water, verwarming, koken en elektriciteit.
 

Bereik om te internetten is er op de meeste plekken vanwege de 4G masten in de buurt. Maar ik heb meegemaakt dat de streek waar ik doorheen reisde zo dun bevolkt was, dat de verbinding heel slecht was en ik niet kon beeldbellen of een podcast kon bekijken. Dat kostte te veel data.
De meeste huizen zijn aangesloten op het elektriciteitsnet. Een echte off grid locatie heeft stroom van zonnepanelen en een eigen bron. Water wordt buiten opgevangen in grote plastic containers, maar ook komt de lokale gemeente langs met watertanks om de containers te vullen. Bijna iedereen kookt op gas dat uit grote gasflessen komt die je in de winkels kunt omruilen. Verwarming in de winter kan ook middels gasflessen die geïntegreerd zijn in een kachel, maar bijna alle huizen hebben een (open) haard waarin hout gestookt wordt om de huiskamer warm te maken.

Spaans spreken
 

Er zijn diverse kleine enclaves Duitsers, Nederlanders en Engelsen die na zoveel jaar nog steeds weinig Spaans spreken. Ze zoeken elkaar op in kroegen, supermarkt of bij dezelfde (Nederlandssprekende) gezondheidscentra. Als je nog werkt, is Spaans wel een vereiste. Ook voor contact hebben met de lokale Spaanse mensen in de (super)markt is de taal belangrijk. Ik ontmoet veel vriendelijke Spanjaarden die het waarderen als ik een poging doe om me verstaanbaar te maken. Goed Engels spreken er maar weinig Spanjaarden. Sowieso vind ik de Spanjaarden aardig. Op de weg zijn ze heel geduldig, als ik met mijn camper de berg op kruip, even het raampje opendoend om te vragen waar ik heen ga, waarna ze begrijpend knikken met hun hoofd. Iedereen zegt elkaar gedag in kleine dorpen, of het met woorden is, met een gebaar of met een glimlach.
Ik leer zelf Spaans met Duolingo en een groot boek in het Engels, waarin de grammatica van het Spaans wordt uitgelegd. Met mijn kennis van het Latijn door mijn fysio-achtergrond, mijn Engels en wat kennis van het Portugees, lukt het me om dagelijks een aantal lessen te doen en het nog leuk te vinden ook.

Mocht je geïnteresseerd zijn in het wonen in een ander land, ga er eens naartoe op vakantie. Daarna kun je tijdelijk iets huren of op een huis gaan passen. Als je in een community wilt gaan wonen, ga er dan eerst werken of klussen, zodat je elkaar goed leert kennen. Dit beschrijf ik ook in mijn blog 23 over Zweden.

Stop jouw verlangen niet weg als je dat hebt, maar ga het onderzoeken. Dit leven is te kort om vast te blijven zitten in je comfortzone in Nederland. Tot ziens!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *