Blog 37: Moed

Vanochtend vroeg reed ik Madrid uit en de dag in. Niets is mooier op reis, dan het licht van een ontwakende dag met de belofte dat alles nog mogelijk is.

Maar soms is het reizen echt vet zwaar. Vooral door het gedoe met mijn camper dat ik hieronder heb beschreven.
Ik voelde de druk toenemen ter hoogte van mijn borstgebied bij alle vragen die opkwamen in mijn hoofd. De plek die er vaak een probleem van maakt, nog voor er werkelijk problemen zijn ontstaan. “Wat als ik langs de kant van de weg kom te staan? Wie ga ik dan bellen? Waar laat ik de camper dan repareren? Heb ik daar genoeg geld voor en heb ik dan nog genoeg om van te reizen? Wat als de turbo het écht niet meer gaat doen en ik de bergen niet meer op kom?

Heel reële vragen in een Westerse wereld, maar ergens niet meer in de mijne. Want ik leef nu bij de dag en reageer pas op de uitdagingen die op mijn pad komen, als die zich voordoen en niet eerder. Toch voelde het als een nare druk afgelopen weken, die me nu ertoe heeft gezet om er een blog over te schrijven. Een blog over moed. Over leven buiten mijn comfortzone. Over doen waar ik eigenlijk hard voor weg wil rennen. Het liefste onder de dekens wil kruipen met mijn handen op mijn oren en in mijn hoofd herhalend “het is er niet, het is er niet, het is er niet…

Daarom is het ook zo fijn om af en toe te klussen en me alleen maar druk te hoeven maken om die ene klus. Geen verantwoordelijkheden daarbuiten op het onderhouden van sociale contacten na. Soms wil ik niet eens meer van het terrein af. Wil ik mijn veilige cocon niet verlaten. Daar waar ik weet wat ik ga doen, wat ik ga eten en met wie. Even genoeg van het avontuur en zin in de vertrouwde saaiheid en voorspelbaarheid van het klussen.

Bijna twee weken geleden nam ik de trein van Málaga in het zuiden van Spanje, naar Figueres in het uiterste Noord-Oosten van Spanje. Een comfortabele dagreis waarop ik Spanje doorkruiste met driehonderd kilometer per uur, om uit te komen bij het startpunt van onze fietsreis. Ruim zes maanden geleden waren we daar op 9 mei vertrokken op onze fietsen met achterlating van mijn camperbus. De cirkel was weer rond.

Dit keer was mijn plan om de bus te laten opknappen, te laten APK keuren en er dan weer mee terug te rijden naar Andalusië.

Ik wist niet dat dit plan me zoveel stress zou geven. Mijn Spaanse vrienden bij wie de camper gestaan heeft, functioneerden als intermediair door heel veel voor me te vertalen.

Moed: door illegaal de weg op te gaan (de APK was al verlopen in juni) in een camper waar allerlei lampjes gingen branden.
 

Moed: door steeds alles alléén te doen, alléén onderweg te zijn. Steeds mezelf te kalmeren dat het OK was om me zo te voelen. “Je mag zenuwachtig zijn. Je mag het spannend vinden. Je mag verdrietig zijn.

Ik kwam op de afgesproken tijd bij de Peugeot garage aan om te horen dat ik vijf uur later terug kon komen voor een ‘diagnose’. Ok, de garage was dicht van één tot drie vanwege de middagpauze, maar drie uur nodig hebben voor een diagnose? Wat kon ik doen, behalve instemmen?
Gelijk ging mijn brein bedenken wat ik zou kunnen doen. Rugzakje mee, fruit en water mee en op weg gaan naar Figueres, een uur lopen van de garage. Onderweg langs een ‘duizend-en-één-winkel’ die vaak door Chinezen wordt gerund en waar je werkelijk alles kunt kopen voor weinig. Daar kocht ik gekleurde paperclips om mijn rijstgordijnen in de camper mee te herstellen (een muis had daar in het afgelopen halve jaar een deel van opgegeten) en een nagelvijl (om te voorkomen dat ik mijn nagels afbijt). De andere uren bracht ik door bij een aardige jonge man uit India die in de shoarmazaak van zijn oom werkte en waar ik een wrap met falafel nam. Ik bezocht de winkel met stenen en mineralen en kocht twee aquamarijnsteentjes voor mijn Spaanse vrienden die vier maanden op reis gingen. Het laatste uur dat over was, bezocht ik het mooie Dali museum van Figueres. Daarna liep ik weer een uur terug naar de garage voor een diagnose die al bekend was (turboprobleem) en die voor een ongekend hoge prijs te repareren was (3200 euro…. echt niet).

Moed: toch weer in de auto gaan zitten en hopen dat er zich op korte termijn een oplossing gaat aandienen.

Bij een soort prelunch-bijeenkomst in het Spaanse dorpje vlakbij, ontmoetten we een gemengd Spaans Zwitsers stel. Terloops kwam ook de camper ter sprake en kreeg ik de tip om naar een garage in La Jonquera te gaan. Daar kon ik drie dagen later terecht.

Even dompelde ik me weer onder in het klussen en de boel de boel laten. De werkplaats met al het materiaal en de twee yurts werden door mij onder handen genomen en zagen er na het schuren en in de lijnolie zetten, weer mooi uit.

Moed: wéér met hard kloppend hart de camper in, op zoek naar de garage.

Daar durfden ze klus aan en spraken we af de volgende dag een service beurt te gaan geven en dan af te lezen via een elektronisch kastje wat er nog meer gedaan zou moeten worden.
De volgende dag was ik er eerder dan de werknemers. Ze gaven me de opdracht over twee uur terug te komen. In de tussentijd liep ik naar een enorme shoppingmall vlakbij, waar ik me een ‘alien’ voelde. Wat móeten we met al die spullen? Overal ‘Black friday’ aanbiedingen om de mensen nog meer tot kopen te verleiden. 

In de garage was de servicebeurt gelukt, maar er was iets met een sensor die de oliedruk moest meten en die sensor was besteld maar zou pas eind van de middag aankomen. Dus of ik later die middag terug kon komen. Ja hoor. Dat kon.

Moed: weer in de auto met allemaal brandende lampjes gaan zitten en het liefst een potje willen gaan huilen.

In de middag ging ik terug en wilde ik met een monteur een stuk de berg op rijden om hem mijn auto te laten ervaren. Dat deden we en hij ervoer het gebrek aan power en zag de lampjes branden. Met een stuk ducttape plakte hij een zijdeursensor af, waardoor er meer power leek te komen. We kwamen in ieder geval de bergen op zonder problemen. De oliedruksensor bleef branden. Dat lampje moest ik maar negeren vonden ze. Dus met m’n camper weer terug naar m’n basiskamp.

Moed: ondanks dat ik wist dat er lampjes brandden, de turbodruk wéér wegviel, ik een mogelijk illegale trekhaak achterop had, toch een millimeter vertrouwen hebben dat het goed zou komen met de volgende stap: een APK laten verrichten in Barcelona.

Nadat ik me daar bij de balie had gemeld, mocht ik in een soort corona-test-straat, waarin alle auto’s in een rij achter elkaar steeds een plaatsje opgeschoven en diverse dingen lieten controleren. Na nog geen uur later stond ik met een goedgekeurd APK rapport buiten de poort!!!

Toen op weg naar Madrid, naar mijn middelste zoon, die daar werkt bij de Nederlandse ambassade. Om zijn leven een stukje mee te maken.

Moed: tijdens de berghellingen toch de turbotruc weer uitvoeren: heel snel met de contactsleutel de motor uit- en aanzetten en hopen dat de wederom brandende lampjes (olie verversen, deuren open, dimlicht en motor laten controleren) geen kwaad kunnen.

Muziek opgezet om de reistijd te doden. Automatisch veegde ik het opgedroogde zoutspoor weg dat mijn tranen hadden achtergelaten tijdens het meezingen van “I’m not leaving you” en “hanging on“, van ‘t mooie lied “Bird of sorrow” van Glen Hansard.
Nee mijn zoons, ik zal jullie nooit verlaten. En als het moeilijk wordt in jullie leven: hou vol, houd moed. Het komt goed. Kijk maar naar jullie moed-er….

Moed: de auto weer instappen op weg naar Andalusië, de gedachten over de toekomst loslaten en vertrouwen in het moment.

blog 37

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *