Blog 31: Italië

De klokken van de dichtbij zijnde kerk slaan snel achter elkaar. In katholiek Italië leeft de kerk nog steeds. Ontelbare afbeeldingen van Maria, kleine kapelletjes, kruizen, kerken en kathedralen, rozenkransen en allerhande religieuze prullaria zouden Jezus opnieuw tot razernij hebben gewekt als hij in deze tijd geleefd had.
Gelukkig was vandaag ook realiteit dat ik in badpak met een handdoek om me heen en een snorkel in de hand, de marmeren trap afliep van het klooster dat getransformeerd was in een hotel. Het portret van de non die hier ooit gewoond heeft, keek me na met een blik vol compassie en fluisterde dat ze dat ook wel gewild had: in de ochtend bijna naakt gaan zwemmen in de rustige zee. Even geen habijt aan en je laten omhullen door alleen maar water.

Blog 31-1

Ik deinde mee op ‘t ritme van de zee, zwevend boven een bodem bedekt met prachtige kiezels in alle kleuren, gepolijst door de kracht van de zee die ze bij elke golf over de bodem schuurde.
Wederom ontdekte ik de kleurrijke visjes die ik ook in Griekenland tegenkwam. Visjes met blauw, groen en goud, waarvan ik de naam weer kwijt ben. Na bijna een uur in het water zag ik een soort slang die werd vergezeld door een paar andere vissen. De slang ging steeds onder de stenen door en waarschijnlijk woelde hij iets op, dat de andere vissen opaten. Ik voelde me in hun territorium gedoogd en één worden met het water en de vissen erin. Op de bodem zag ik ijzeren staven liggen en een halfronde vorm die, toen ik hem opdook een verroest hoefijzer bleek. Ik heb even overwogen om hem mee te nemen, maar ik zag de x-ray machine niet zitten die waarschijnlijk alarm zou gaan slaan zodra het hoefijzer gespot zou worden in mijn rugzak….

Blog 31-2

Vanavond vlieg ik terug naar Nederland. Van heuvels, bergen, zon, een streep loze hemel en heel veel kleuren, naar ‘oneindig laagland’, natte herfst, bewolking en ‘honderd tinten grijs’. Twee weken gereisd met bussen en boten door Zuid-Italië, met tweeëntwintig deelnemers van tussen de negenentwintig en negenenzeventig jaar. Veel verschillende persoonlijkheden met elk hun eigen verhaal en hun eigen bagage. De metaforische bagage werd niet uitgepakt en dat maakte dat gesprekken aan de oppervlakte bleven. Ik merkte dat ik niet meer aansloot bij hun ‘normale wereld’ en echt moeite moest doen om me te verplaatsen in hun leefwereld. Driekwart van de deelnemers was met pensioen en allemaal reislustig en nieuwsgierig. Ze hadden met Djoser een reis geboekt met vrij luxe hotels en vervoer, met een druk reisschema, waar tussendoor genoeg ruimte was om de dag zelf in te delen qua eten en activiteiten. Maar het was zó druk, dat het meer een soort proeverij was. Een soort eerste kennismaking met het land, waarna je op een later tijdstip zelf nog eens een deel ervan kunt bezoeken, maar dan langer.

Wat was er wel bijzonder aan deze reis?

In Napels was de sfeer op bepaalde plekken heel grimmig. Veel Afrikaanse mannen bij elkaar op een markt die mijn groep in de gaten hield met hun grote camera’s bungelend op hun buik. Dicht bij elkaar blijven en zo snel mogelijk weg uit deze straat. Napels kende twee kanten: de vele kerken en stadspaleizen waren buitengewoon mooi, terwijl het verval van de wegen en gebouwen niet te maskeren was. Net als in elke oude stad, was ook in Napels te zien dat de stad gebouwd is op vele lagen van andere tijden met andere beschavingen en/of overheersingen. De Grieken waren hier vaak zelfs eerder dan de Romeinen. Na een oorlog brak de overheerser de tempels af en bouwde de zijne er weer bovenop, gebruikmakend van wat er aanwezig was. Zelfs Noormannen hebben in Zuid-Italië hun stempel gedrukt, wat vooral te zien is in de kerk van Monreale (Sicilië) met hun machtige plafonds van hout. We zijn in Napels via een stenen trap afgedaald tot veertig meter onder de stad en hebben daar kennisgemaakt met een enorm gangenstelsel dat ooit is aangelegd als aquaduct en drie enorme wateropslagplaatsen ondergronds. Via luchtkokers in kerken werd er verse lucht aangevoerd. Tot in de tweede wereldoorlog zijn de tunnels gebruikt om drieduizend vluchtelingen in te verbergen. Napels was anti-Duits en verzette zich en had schuilplaatsen nodig.

Pompeï was voor mij ook een hoogtepunt met straten die precies waren zoals ze tweeduizend jaar terug waren. De door karren uitgesleten sporen waren te zien in de grote stenen waarmee de wegen aangelegd waren. De nog zichtbare fresco’s en mozaïekvloeren maakten dat je je kon voorstellen hoe het er vroeger moet hebben uitgezien.

28BFB272-3713-4FAC-B2E1-DCD30EDFE94C

Bij alle opgravingen daarna stelde ik me straten en huizen voor zoals in Pompeï. Wat moet dit een bijzondere beschaving zijn geweest die tot in detail was doorgevoerd met huizen met tuinen, afwatering, fonteinen, toiletten, snackbars, bakkerijen met de mogelijkheid om meel te malen, amfitheaters, badhuizen, marktpleinen, beelden van marmer of brons en diverse hoerenhuizen. Het vakmanschap is er nu nog van af te lezen.

Het bezoek aan de Etna van 3357 meter hoog met meerdere kraters, was ook zeer de moeite waard. Al sta je met tig bussen op de parkeerplaats en is het toerisme een grote bron van inkomsten (je betaalt bv vijftig euro om naar negentienhonderd meter te mogen met een kabelbaan) het blijft zeer indrukwekkend. Al als je naar boven rijdt, zie je grote zwarte golven gestolde lava tussen het groen dat niet bedolven is. Eenmaal boven is alles zwart en stoffig. Je kunt nóg hoger met een gids en helm op, als je maar betaalt. Helemaal naar de top mag niet, omdat er nog steeds kleine uitbarstingen zijn. Zelf ontdekken kan echter ook, omhoogklimmend door zachte lavakorrels en je schrap zetten tegen de harde wind. Naar beneden teruglopen naar de bus is mogelijk of een wandeling over de randen van de twee kleine kraters dicht bij de parkeerplaats. Wat voelde ik me als mens klein en nietig toen ik de gevolgen van het natuurgeweld aanzag en toen ik naar beneden keek het dal in.

B5A8948F-23C0-446E-9B16-9D45DF82EBE7

Niet alleen de Etna vormde een natuurlijk hoogtepunt, ook de ligging van de oude steden op hoogte met hun prachtige uitzichten, uitgezocht om hun strategische posities die we zelf steeds gingen verkennen, het golvende landschap onderweg en ook het zwemmen in azuurblauw helder water, maakte deze reis bijzonder.

Zuid-Italië maakt een armere indruk dan het Noorden, waar ik voorheen de Alpen in trok met mijn familie of ging kamperen aan één van de meren. De mensen verdienen ook hier (net als in Griekenland) minder geld, terwijl bijvoorbeeld de brandstofprijzen even hoog zijn als in Nederland.

Het was moeilijk communiceren met de chauffeurs. Ze konden bijna geen Engels en ik geen Italiaans. Af en toe gooide ik er Spaanse woorden door en dat hielp een beetje. Met hulp van een vertaalprogramma en mensen achter de hotelbalie kwamen we er wel uit. Ik merk dat er deze reis een gebrek was aan fijne diepgaande gesprekken, terwijl die wel nodig waren om mij te voeden. Gelukkig was er WiFi in de hotels en kon ik af en toe vergaderen of bijpraten met (beeld)bellen. Op straat vriendelijk groeten en glimlachen is een taal die iedereen gelukkig begrijpt en veel deuren opent.

De afgelopen 4 maanden die ik in Nederland was of als reisleidster heb doorgemaakt, zijn bijna voorbij. Ik ga eind oktober mijn fietsreis weer oppikken naar Andalusië en Portugal. Ik vind het spannend. De relatieve vertrouwdheid van Nederland, de vrienden en familie, voelen als een warm bad dat ik nu vrijwillig ga verlaten. Toch is het iets waar ik voor kies. Ik heb tijd nodig voor mezelf. Ik wil uit de ratrace die ik mezelf in Nederland aandoe. Ik verlang naar de kostbare eenvoud van mijn leven op de fiets: naar actief onderweg zijn in de zon, naar wat er achter elke bocht te zien zal zijn, naar nieuwe contacten die ik op ga doen, naar ongestoord ‘zijn’ met mezelf.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *