Blog 11: (A)sociale media

Afgelopen januari toen ik in India hand- en spandiensten verrichtte, heb ik geprobeerd om digitaal te detoxen. Daarbij hoorde in ieder geval het verminderen van het gebruik van mijn mobiele telefoon én het bewust zijn van dit gebruik.

Dat kostte me enorm veel moeite. Ik liet dit zien op Facebook in elk bericht dat ik postte. “Hoe gaat het digitale detoxen?

social-media-blog-11

Dit leverde een aantal mooie inzichten op die mogelijk voor veel mensen herkenbaar zijn.

  1. Digitaal detoxen was niet moeilijk als ik het druk had.
  2. Als ik me goed voelde, was het niet nodig om op mijn telefoon te zitten.
  3. Bij slecht slapen als gevolg van ruzie met aanwezige muggen, bood de telefoon een welkome afleiding.
  4. Met een spannend boek had ik ook geen behoefte aan mijn telefoon.
  5. Bij gebruik van de telefoon als computer was hij zéér nuttig: bij het boeken van een ticket, het gebruik als camera, het gebruik als naslagwerk als ik foto’s of documenten wilde opzoeken, als ik muziek wilde gebruiken bij de oefeningen met de kinderen of even iets wilde opzoeken op internet.
  6. Bij vermoeidheid of ziekte lukte het detoxen niet. Ik miste het contact met vrienden en familie te erg.
  7. Hoe automatisch ik toch even checkte of ik berichtjes had als ik even niets te doen had.
  8. Op belangrijke momenten als oud jaar of op een verjaardag van een familielid, lukte het helemaal niet om geen verbinding te zoeken via de telefoon
  9. Ik werd een keer boos bij een slechte WiFi-verbinding, nadat ik mezelf zoveel uur had onthouden van het gebruik van mijn telefoon. Last van afkickverschijnselen?
  10. Hoe irritant het was als ik at of samen met mensen was, hun telefoon een bericht stuurde of afging en dat de ander daar gelijk gehoor aangaf. Weg was dan de magie van een goed gesprek of de fijne aandacht die we voor elkaar en het eten hadden.

Ik ging afspraken met mezelf maken om anders om te gaan met mijn digitale verslaving.
Tips daarbij:

  1. Ik probeerde de behoefte om mijn berichten te checken uit te stellen.
  2. Ik sprak af wanneer ik wél op mijn telefoon mocht en hoelang (15 minuten tussen de middag en in de avond).
  3. Ik zette mijn telefoon tussendoor op de vliegtuigstand, zodat er ook geen berichten binnenkwamen of te horen waren.
  4. Sowieso was het geluid uit van mijn telefoon, zodat ik niet door gerinkel werd afgeleid.
  5. Mocht ik voor werk of voor belangrijke berichten wél bereikbaar willen zijn, dan screende ik de berichten op belangrijkheid, ik gaf van te voren aan dat ik niet steeds bereikbaar was én dat ik het liefst een geschreven bericht wilde dat ik op een door mijzelf gekozen moment kon lezen en beantwoorden.
  6. Ik nam geen telefoon meer mee tijdens het eten.
  7. Ik zette de telefoon ’s nachts uit, legde hem buiten bereik en kocht een wekker om toch te weten hoe laat het was.

Deze zeven tips zijn nog steeds goede tips maar blijken, nu ik op reis ben, niet allemaal meer te functioneren.

Ik merk dat de telefoon dé belangrijkste levenslijn is geworden als middel voor sociaal contact. Bellen, gesproken berichten en ook geschreven berichten voeden mij. Ik leef ervan op, word er blij van, ze geven me energie, het maakt dat ik doorga met berichten sturen of met blogs schrijven of met het contact zoeken en me verbinden.
Ik ben nieuwsgierig hoe het met mijn vrienden en familie gaat en zo om de paar weken begint het contactcirkeltje weer opnieuw.

Daarnaast gebruik ik mijn telefoon om mijn blogs te schrijven en ze op te sturen, zodat ze geplaatst worden op diverse media. Ik vergader regelmatig middels beeldbellen, jitsymeet of zoom en houd er de notulen op bij.
Ik maak bijna dagelijks foto’s met mijn camera, ik gebruik Google maps om te navigeren op de fiets, ik zoek er campings op, ik check websites van locaties en ik luister naar podcasts tijdens het klussen.

De telefoon is niet meer weg te denken uit mijn leven en ik realiseer me dat ik op dit moment helaas geen baas ben over mijn telefoon. En dat komt best hard aan. Niet dat ik niet mezelf kan zijn zónder telefoon (ik blijf fietsen, klussen, denken en schrijven), maar het idee geen contacten te kunnen leggen en hebben, geeft me een leeg gevoel.
Wel fijn voor even, maar niet voor langer dan een paar dagen. Is dit dan een ego-ding? Voel ik me dan niet meer belangrijk? Doe ik er dan niet meer toe? Is mijn telefoongebruik dan deel van mijn identiteit geworden? Dus het hebben van een Facebookaccount, de telegramgroep van de Helende Herbergen/Healing Inns, mailen, het contact hebben via WhatsApp, mycells, signal of messenger maakt dat ik besta?

Ik heb er (nog) geen antwoord op.
Wat ik wél weet en ondervonden heb, is dat we er mee zullen moeten leren leven omdat de telefoon nu eenmaal niet meer is weg te denken uit ons leven.
Wat ik wél kan doen is hem uitzetten in de avond, dat ik hem niet meeneem als ik met iemand ga eten, dat ik niet opneem als ik bij iemand ben, waardoor ik in de gelegenheid ben om kwaliteit te ervaren in het gezelschap van die ander en dat we elkaar échte volle aandacht kunnen geven. En als ik alleen ben, zoveel mogelijk ín het moment leven, zien met mijn eigen ogen (niet door de lens van de camera denkend aan wat er leuk uitziet op Facebook….), de geur van de bloemen opsnuiven, het gekwaak te horen van de kikker in de vijver en de warmte te voelen van de zon op mijn blote huid.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *